We kennen allemaal de strookjes gras en keurig onderhouden perkjes. Ze ogen lekker groen, maar zijn vaak niet écht het beste voor de natuur. Op het Leiden Bio Science Park gaat Universiteit Leiden niet voor “zomaar groen”, maar voor een samenhangend biodiversiteitsplan. ,,Het is een groot stuk stad dus we kunnen hier echt wat bereiken.’
De buizerd, de boomvalk, de sperwer, de vleermuis, het bruine zandoogje, de bloedrode heidelibel, de platte schijfhoorn en de ratelaar. Deze acht geluksvogels krijgen extra bescherming op het Science Park, volgens het plan dat in opdracht van Universiteit Leiden klaarligt om de biodiversiteit aldaar te vergroten. Deze soorten zijn in het gebied eerder veelvuldig waargenomen en gedijen goed in het soort natuur dat er nu voor ogen is.
,,De laatste jaren is wel duidelijk geworden dat het hele natuursysteem onder druk staat. Insectenpopulaties nemen af en de vogelstand keldert in veel gebieden, onder meer door alle bouwnijverheid. Daar willen we als grote bouwer in Leiden onze verantwoordelijkheid in nemen. Het LBSP is een groot gebied, waar we echt verschil kunnen maken met wat sturing, aldus Joek Kruiderink, directeur Gebiedsontwikkeling bij het Vastgoedbedrijf van de universiteit, verantwoordelijk voor de openbare inrichting van het Science Park.
Het plan dat sinds dit najaar klaarligt voor verdere uitwerking omschrijft de drie soorten natuur die op het park moeten komen: water, bos en gras. Binnen deze drie zijn er meerdere subtypen, die zich moeten afwisselen op het park. Deze typen variëren van waterpartijen, groene gevels en daken tot aan bloemrijk grasland, struwelen en ruigte.
Bram van Schaffelaar, projectleider ecologie bij Ranox natuuraannemer, die het plan samen met MOSS architecten en Frank van Irsel, adviseur groen, natuur en landschap bij van Helvoirt Groenprojecten ontwierp, onderschrijft het belang van een gedegen aanpak. ,,De natuur krijgt door alle ontwikkelingen niet de ruimte om zichzélf zich te ontwikkelen en tot optimale bloei te komen. Als je de groene ruimte die er wél is efficiënt inricht, dan kan dat veel schelen.’
Efficiënt betekent dat een bepaald type natuur niet versnipperd op het park aanwezig is maar een aaneengesloten doorgang vormt. ,,Soorten die in deze natuur thuishoren, kunnen zich dan makkelijk verplaatsen. Momenteel zijn er wel allerlei leuke initiatieven op het park, maar die zijn versnipperd. Een paar struiken hier, wat siergrassen daar. Het ziet er leuk uit en is ook goed bedoeld, maar heeft niet altijd ecologische waarde.’’
Op papier ziet het plan er mooi uit en ook best makkelijk. Toch is de praktijk weerbarstiger. ,,De grootste uitdaging ligt in een goed beheer van deze natuur. En daarvoor is nodig dat de verschillende grondeigenaren en grondpachters op het LBSP op één lijn komen en weten wanneer en hoe te beheren, zoals maaien. Alles wat we hebben bedacht, geldt juist ook voor de ruimte rond de bedrijven die er land pachten. Die moeten hun medewerking gaan verlenen.’’ “Een gazonnetje dat 25-30x per jaar wordt gemaaid biedt veel minder natuurwaarde dan een kruidenrijk stuk waar maar 1 of 2 keer per jaar wordt gemaaid. Daarnaast bespaard het ook nog CO2.”
Het eerste deel waar de biodiversiteit een extra steuntje krijgt middels deze nieuwe visie is Nieuw Rhijngeest Zuid. In dit Oegstgeester deel van het LBSP verschijnt de komende jaren een hele nieuwe woonwijk, waarvoor de schetsen nu op de tekentafel liggen. Maar ook delen van het park die al ingericht zijn, worden onder de loep genomen, zoals het Entreegebied en het Campusplein.
Hoe lang dit alles gaat duren? ,,Dat is natuurlijk afhankelijk van wat we tegenkomen. Een quick fix wordt het sowieso niet. Mensen willen het liefst meteen grote bomen zien. Maar grote bomen hebben meer moeite met aanslaan in een nieuw gebied dan een sprietje. Toch zal je zien dat dat sprietje uiteindelijk die grote boom inhaalt. Een gezonde natuur is een kwestie van geduld.’’
Delen: